In kleinere en middelgrote gemeenten is er doorgaans sprake van een vrijwillige brandweer. Iemand die fungeert als vrijwillige brandweer doet het brandweerwerk dus als neventaak naast zijn of haar normale werk. In samenspraak met de werkgever mag een vrijwillige brandweer zijn of haar werkzaamheden direct stopzetten wanneer er een oproep binnenkomt waarbij dringende interventie vereist is. In Nederland voert ongeveer 80% van de 26.900 brandweerlieden hun taak uit als vrijwilliger.
Wanneer er een oproep binnenkomt wordt er van de vrijwillige brandweerman of -vrouw verwacht dat hij of zij binnen maximaal 3 minuten op de kazerne aanwezig is. Is de brandweerman of -vrouw niet tijdig aanwezig, dan is de kans groot dat het voertuig al is vertrokken met de rest van het team. De oproepen worden eigenlijk altijd gedaan via zogenoemde semafoons, pagers of piepers. Sommige brandweerlieden hebben bovendien een lichtkrant in hun woonkamer hangen, waarop zij de meldingen en oproepen kunnen aflezen.
Om brandweerman of -vrouw te worden dient een opleiding te worden gevolgd. Deze brandweeropleiding is gelijk voor zowel beroeps- als vrijwillige brandweerlieden. Dat is vrij logisch aangezien dit soort werkzaamheden dezelfde vaardigheden en bekwaamheden vereisen, ongeacht of men er wel of geen beloning voor ontvangt. Het is overigens niet zo dat een vrijwillige brandweer helemaal geen beloning krijgt voor diens werkzaamheden.