Afblussen
Wanneer een blusploeg tijdens een brandbestrijding de opdracht krijgt om de brand in zijn geheel uit te doven, wordt het commando ‘afblussen’ gegeven door de bevelvoerder. Dit klinkt wellicht wat vreemd en overbodig, gezien er altijd vanuit wordt gegaan dat een brand volledig uitgemaakt moet worden. In bepaalde situaties is dat echter niet het geval. Bij het blussen komt namelijk enorm veel hete stoom, rook en koolmonoxide vrij, wat onder andere het zicht kan bemoeilijken. Wanneer het zoeken naar slachtoffers of een verkenning van het pand nog gaande is, moet dit uiteraard worden vermeden. De hitte die vrijkomt is te gevaarlijk voor de verkenners of de reddingsploeg, terwijl de rook hen het zicht ontneemt. Ook de koolmonoxide maakt het hen onmogelijk om veilig rond te lopen. Daarom wordt het sein ‘afblussen’ pas gegeven wanneer alle andere spoedeisende werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd.
Nablussen
Wanneer een grote brand volledig is uitgeblust start het zogeheten nablussen. Bij het nablussen worden overgebleven hete of smeulende delen verder afgekoeld om een nieuwe ontbranding te voorkomen. Eventueel oplaaiend vuur wordt tijdens het nablussen eveneens uitgedoofd. Bovendien wordt verdere schade op deze manier zoveel mogelijk voorkomen en kunnen gevaren worden weggenomen. Denk hierbij aan het afbreken van instabiele constructies zoals staalconstructies en schoorstenen. Nablussen is zodoende een erg breed begrip.